- vinden
- {{vinden}}{{/term}}1 [aantreffen, verkrijgen] find ⇒ discover, come across, 〈olie ook〉 strike2 [aantreffen, ontwaren] find ⇒ discover3 [bedenken, uitdenken] find ⇒ think of4 [achten, oordelen] think ⇒ find5 [ondervinden, ten deel krijgen] find ⇒ take6 [komen tot gelijke gezindheid] 〈zie voorbeelden 6〉♦voorbeelden:1 zij heeft het helemaal gevonden • she has found her groove/nichedat boek is nergens te vinden • that book is nowhere to be foundwat je vindt mag je houden • finders, keepers2 ergens te vinden zijn • be around somewhere〈figuurlijk〉 ergens voor te vinden zijn • be ready to do something, be in/game for somethingiemand/iets toevallig vinden • happen/chance upon someone/something3 ik kon er geen woorden voor vinden • words failed medat is aardig gevonden • that's neat, how clever of you4 iets goed vinden • approve of somethingik vind het vandaag koud • I think it's/I find it cold todayik zou het prettig vinden als … • I'd appreciate it if …hoe vind je dat? • what do you think of that?, how does that strike you?iemand aardig vinden • like someone, take to someonedoe maar wat je het beste vindt • do as you see fit/think best, suit yourselfzou je het erg vinden als …? • would you mind if …?ik vind het goed • that's fine by me, it suits me finevind je (ook) niet? • don't you think?het welletjes vinden • call it a daydaar vind ik niets aan • it doesn't do a thing for me5 gehoor vinden • find a sympathetic ear/listener6 het met iemand kunnen vinden • get on/along with someonezich ergens in kunnen vinden • agree with somethingzij hebben elkaar gevonden • 〈zijn het eens〉 they have come to terms (over it); 〈ze vormen een paar〉 they have found one another
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.